dinsdag 29 januari 2013

Stekkers.

Hallo volgers, alweer een berichtje mijnerzijds.
In m'n laatste inleg schreef ik over de ergernis met de stekkers, en het slechte contact dat ze hadden.
Een van de reactie's kwam van Wim Schermer, die vroeg of ik wel gedacht aan wat er zou kunnen gebeuren tijdens een eventuele frontale botsing. Hij had uiteraard gelijk, ik had ook wel in de gaten dat ik me lelijk zou kunnen bezeren aan de punten van het plaatje waar de batterijen op lagen. Bedankt voor je bezorgdheid Wim!





Mannetje en vrouwtje stekker met "haak".
 

Beide batterijen met nieuwe aansluitingen.

 

Dit was een tijdelijke oplossing,  ik had al stekkers in de bestelling staan, gevonden op het net, bij Altitec.no, een batterijennetwinkeltje. Ik denk de oplossing gevonden te hebben door de stekkers te vervangen door zogenaamde Molex contacten, misschien beter bekend als Tamiya stekkers.
Klikken mooi in elkaar met een soort bajonetsluiting, dus lostrillen gebeurd niet meer, en zijn redelijk waterdicht binnen de fiets. Ze werken tot zover prima in elk geval. Ook de aansluiting van de lader moest natuurlijk vervangen worden.

Lader met de nieuwe aansluiting.
 

Verder nieuws was dat ik vorige week donderdag gebeld werd door de regionale krant, het Hardanger Folkeblad. Die hadden  ondertussen zoveel telefoontjes binnengekregen op die bijna 4 maanden dat ik rondrijd met de Strada, dat ze zich bijna verplicht voelden om hier een artikel aan te wijden.
Blijkbaar is de "rode raket" nog steeds onderwerp van gesprek op verjaardagen enz.  Ook Ina word langzamerhand wat moe van alle vragen, vooral of er echt geen motor inzit?
Het gesprek en een fotosessie vonden hedenmorgen plaats, ik zou morgenavond een klad toegezonden krijgen. Plaatsing eventueel vrijdag, ik zal het artikel inscannen als het in de krant komt.
Tijdens de fotosessie sprak een voorbijganger de fotografe aan: " We hebben het op het werk over dat ding gehad, en we weten zeker dat er een motor inzit!" Misschien nemen de vragen wat af, als het artikel geplaatst is, hopelijk wel, ik fiets liever dan dat ik al die aandacht krijg!

In de bobslee, de batterijen weer op de oude plaats, het tijdelijke plaatje is verwijderd.
 

Ik heb deze maand, het is natuurlijk wel een "lange" maand, al bijna 900 km gefietst, nog nooit eerder voorgekomen in januari sinds we in Noorwegen wonen. Heeft dus toch voordelen zo'n overdekte fiets!

Later meer,

Groeten, Adri.

dinsdag 22 januari 2013

Druk.

Tijd voor een bericht, het is wat druk geweest de laatste tijd, naast het gewone werk ook nog een aantal dagen met overwerk. Ik mag weer, vorig jaar eind oktober werd ik door collega Ørjan aangesproken, met de vraag wat ik nou weer uitgehaald had? Ik wist van niets, dus antwoorde dat ik geen idee had wat hij bedoelde, maar dat hij dat zeker kon toelichten? Ja, dat kon hij. Blijkbaar hadden alle personeelsverantwoordelijken, iedere ploeg heeft er één + een reserve, een mail gehad met een "zwarte lijst", de daarop voorkomende namen mochten de rest van 2012 niet meer gebeld worden om over te werken, die waren al ver over de grenzen van het toelaatbare gegaan. Ook mijn naam stond op de lijst. Ørjan baalde daarvan, hij had gedacht mij te vragen om kerstavond van hem over te nemen, omdat veel noren dan graag thuis willen zijn.  Achteraf heb ik die dienst inderdaad gedaan, met speciale toestemming. Telling van de extra uren tot en met oktober leverde een aantal van 356,5 overuren op, dat was dan blijkbaar te veel?  Ik vond het wel meevallen, ook Ina zei dat ik toch niet zoveel extra weg was geweest voor het gevoel. Een collega op het werk dacht er iets anders over: "Jij en Cato? Jullie zijn machines! Dat gaat maar door!" (Cato pakt ook wel eens een extra uurtje)
Nou ja, vanaf januari wordt er weer gewoon gebeld, zonder overwerk houden ze het spul toch niet draaiende,  het ziekteverzuim ligt daarvoor iets te hoog.
Natuurlijk probeer ik nog steeds zoveel mogelijk te fietsen, alhoewel het wel zwaar ging de laatste tijd. De lage tempraturen maken het ook niet lichter, de kou vreet energie. ( en thuis massa's brandhout!)
De sneeuw is na een korte dooiperiode verdwenen, daarna hebben we enkel mooi helder vriesweer gehad, met tempraturen tussen de -1 en -11, de wegen liggen er goed bij, er is prima op te fietsen.
Heb ondertussen wat noodzakelijk onderhoud en controle's verricht, de bobslee had vanaf 28 september tot 1 januari al 2562 km onder de wielen gehad, de teller staat nu ergens tussen 3100 en 3200. En een paar kleine aanpassingen en verbeteringen, voor mezelf dan.
De steeds loslatende stekkers en de iets te korte stroomdraden irriteren me steeds meer, de accu's liggen standaard op de linkerwielkast, op zich geen probleem als de stekkers er goed in blijven en contact hebben. De stroomdraden van beide accu's zijn precies even lang, dus accu 1 op de wielkast leggen is geen probleem, dat gaat. Bij plaatsen van accu 2 kom je er dan achter dat de kabel eigenlijk 5 cm langer had moeten zijn, nu staat er iets spanning op, en laat de stekkerverbinding te gemakkelijk los. Als hier over nagedacht is kan het nooit lang zijn, het is in het dagelijks gebruik zeer onpraktisch.
Het is erg vervelend als je in het donker rijd en door een oneffenheid in het wegdek je stekker los gaat, je verlichting valt dan uit, en door snel over te schakelen op accu 2 los je dat dan wel op, maar prettig is het niet. Zeker niet als je met 60+ naar beneden rijdt.........
De stekkers kom ik nog op terug, ik heb al iets in gedachten.
De plaatsing van de accu's heb ik daarom tijdelijk veranderd, dan kan ik er makkelijker bij om even aan de stekkers te morrelen als onderweg de verlichting weer eens uitvalt.

Plaatje om de accu's op te leggen.
 


Met klitteband erop.
 

Gemonteerd.
 


En in functie.
 

Gezegend zijn de Magic Shine batterij lampen op de spiegelsteunen! Daar kan je tenminste op vertrouwen!
De wat gehaast gemaakte steunen waar de oplaadbare batterijen van de Magic Shine lampen aan hangen werken goed, maar zagen er niet uit, dat kon beter! Daarom een paar nieuwe gemaakt en in de bobslee gemonteerd.

Nieuwe en oude ophangsteun voor de Magic Shine batterij
 


Gespoten en gemonteerd.
 
En in functie.

 

Daarnaast kreeg ik ook de indruk dat de sporing niet helemaal in orde was, ik maakte een meetbeugeltje van wat afvalhout, en constateerde inderdaad 4mm toespoor. Dat was snel verholpen, door één van de kogelkoppen een slag in te draaien.



Wielspoorcontrolebeugel.
 

 Alle kogelkoppen ook even ingevet, de ketting gesmeerd en m'n trekbel vervangen. Nadat de elektrische claxon al eerder de geest gaf en ik een andere toegestuurd kreeg onder garantie, ging de trekbel ook kapot. Een ritje naar Odda gemaakt, bij ons in het dorp is niets te koop op fietsgebied, en daar een bel gezocht. Twee fietsenwinkels in Odda, en beiden hadden alleen maar kinderbellen met Disneyfiguren of dergelijke. Zodoende zit er nu een lief berebelletje in de bobslee gemonteerd, maakt niet uit, het ding werkt en zien doe je het toch niet. Tot slot nog even de banden op spanning zetten, dat scheelt ook veel in het rijden, gaat toch een stuk lichter met je banden op de goede druk.



Berebelletje.
 

Binnenkort met de hele familie naar het politiebureau in Odda, we zijn bijna 5 jaar in Noorwegen, dus de verblijfsvergunning moet verlengd worden, dan kunnen we weer 5 jaar legaal hier verblijven. Als je ziet hoeveel papier je daarvoor weer moet verzamelen, word je wel eens moedeloos, het is gelukkig maar eens in de 5 jaar.

Later meer!


Groeten, Adri.

woensdag 9 januari 2013

Taal.

Zo, na de jaarwisseling wens ik alle lezers een voorspoedig 2013 toe met veel gezonde en zonnige fietskilometers.
In een van mijn vorige schrijfsels kreeg ik van Quezzzt de vraag hoe we dat hier deden met de taal. Had ik gelijk weer een onderwerp om over te schrijven. De witte kerst kwam er even tussendoor, was voor ons ook een leuke verrassing, die wilde ik jullie ook niet onthouden.

                                                      "Herad" = gemeente



Maar goed, de taal.

Taal blijft altijd boeiend, zowel gesproken als geschreven, kijk maar  hoe populair bv dit medium weblog is geworden.
Ina en ik zijn allebei geboren en getogen in Zeeuws-Vlaanderen, het stukje Nederland dat eigenlijk geografisch gewoon bij België zou moeten horen, de Westerschelde vormt immers een natuurlijke grens. Wij spraken en spreken thuis nog steeds ons "eigen" dialect, dat voor veel nederlanders klinkt als vlaams-nederlands. Feit is dat veel belgen ons zien als "Ollanders" en omgekeerd nederlanders ons halve belgen noemen.
Echt ABN spreken we beiden niet, ons accent verraad ons zo, daar kunnen we goed mee leven, we kunnen ons goed verstaanbaar maken als we noordelijker in Nederland komen, bij Velomobiel.nl hadden ze in elk geval weinig problemen om ons te verstaan.
De afkorting ABN gebruiken we nooit, dat heet bij ons AN dus Algemeen Nederlands, de B van Beschaafd laten we gewoon weg, anders is het net alsof mensen die dialect spreken geen beschaving zouden kennen, en dat gaat ons net iets te ver.
Grappig was wel toen we de Strada op haalden, Teun ging mee op z'n mtb, ik te voet, we stonden met de camper slechts 150 meter van VM.nl geparkeerd. Jos H. zag ons komen, en begreep er niets van, en zei dat ook. "Jullie komen met 1 fiets, en de bushalte ligt de andere kant op, en jullie spreken vlaams?
Hoe zit dat?" Wildkamperende Neder-Noren die met vlaamse tongval spreken, dat was gek genoeg niet het eerste dat in zijn gedachten opkwam.


   Ondanks de vele toeristen is dit bord toch alleen in het noors, is toch leuk om te weten als je    onderweg bent dat rijksweg 13 tussen Bu en Brimnes tot en met 1 uur dicht kan zijn op weekdagen op de vermelde tijden. 


Als voormalig Zeeuws-Vlaming hoorden we veel vlaams toen we jong waren, en veel duits, door de vele duitse toeristen in de zomer.
Zelf begonnen we pas engels te spreken toen we naar Engeland op vakantie gingen in '92. Eerst even wennen, zolang na de middelbare school, en ook een leuke verspreking, toen ik in een restaurant een nagerecht bestelde. De ober keek zeer vreemd toen ik vroeg om "desert" ipv "dessert".
Op onze latere engelse vakanties ging het steeds beter, al moet je in Ierland, Schotland en Wales heel goed luisteren  ivm het  dialect dat daar gesproken word. Als je daar eens de weg vroeg, had je soms zomaar een gesprek van drie kwartier met een "local", we hebben de ervaring dat die mensen altijd vriendelijk en hulpvaardig zijn  daar. En dikwijls hebben ze alle tijd van de wereld, en dat terwijl wij op vakantie waren, niet zij! Ook wegwijzers in Ierland en vooral Wales zijn leuk om te zien, als ze 2-talig geschreven zijn.


Hier iets verder op dezelfde weg hebben ze het iets toeristvriendelijker aangepakt.


Ook in Noorwegen op vakantie werd natuurlijk engels gesproken, dat is heel goed te doen in heel Scandinavië.
Toen in 2006 voor het eerst emigratie ter sprake kwam, wilde Ina een cursus noors gaan volgen, dat zou dan wel van pas komen. Mocht het toch niet doorgaan, dan konden we de mensen op onze volgende vakantie in het noors aanspreken, was de gedachte. Ondertussen ging m'n sollicitatiegesprek op de begroeting na geheel in het engels, zo waren wel onder de indruk van het feit dat we al bezig waren met een cursus, en ook dat alle diploma's enz. al in het noors vertaald waren.
Toen ik thuiskwam vertelde ik ondermeer aan Ina dat oma me een rondleiding  door de fabriek gaf, wat  gelijk één groot vraagteken op haar gezicht opleverde.  Fabrieken en oude sokkenbreiende dames bracht ze niet met elkaar in verband. Gewoon weer een aardigheidje van mij, de toenmalige bedrijfsleider die me begeleide heette Øyvind Oma, dus zijn achternaam was Oma.

Hier bij het bovenstaande bord, waar goed te zien is dat dooi gevaarlijke situaties kan veroorzaken op de wegen, als het "hangijs" gaat loslaten en soms op de rijbaan terecht komt.

 
Toen een jaar later duidelijk werd dat emigratie actueel werd, probeerden we nog zoveel mogelijk mee te pakken van de cursus, en later toen we zeker waren dat we gingen, kwamen we via kennissen in contact met 2 noorse families die in de buurt woonden. Nadat we contact opgenomen hadden vonden die het  leuk om ons wat "spraakles" te geven. Daar hebben we wel wat aan gehad, maar wat viel dat tegen als je tussen een groep noren zat! We verstonden echt niks! En spreken ging nog zeer stamelend, en het feit dat er een heel  ander dialect gesproken werd in dit deel van Noorwegen hielp ook al niet echt.
Ik kwam er al snel achter dat ik veel te goed engels kon om dat te blijven spreken, beter dan sommige collega's op het werk. Dus na 2 dagen koos ik voor de "harde methode", ik liet weten dat er enkel noors tegen me gesproken moest worden, alleen als het echt fout zou kunnen lopen konden ze op  engels over gaan. Veel collega's slaakten een zucht van opluchting, al was de eerste tijd zeker voor mezelf niet de gemakkelijkste.
Maar.....dit bleek wel de methode om zo snel mogelijk een andere taal aan te leren! Ina had het ondertussen nog iets moeilijker, omdat die als enige buitenlandse verpleegster moest samenwerken met een groep van 6 poolse verpleegsters, waarbij het hoofd ook een poolse was. En die konden geen engels! En bovendien spraken die erg makkelijk pools onder elkaar, waardoor Ina zich soms erg buitengesloten voelde. Gelukkig waren de ziekenverzorgsters noors en zorgden voor de nodige opvang. Zo was Ina ook gedwongen tot de "harde methode".
Ina gebruikte een opschrijfboekje om nieuwe woorden te noteren en op te zoeken in ons woordenboek, ik stopte alles in de databank in m'n schedel. Ina moet veel herhalen om "het" erin te krijgen, bij mij is 1 of 2 keer horen of zien dikwijls genoeg om het blijvend op te slaan.
Het ging al vrij snel redelijk goed om te communiceren, vooral 1 op 1 en dan goed naar de lichaamstaal kijken. Dat was iets anders met telefoon, en op het werk ook het walkie-talkie systeem, dat was in het eerste halfjaar een ramp, totaal onverstaanbaar wat daar doorheen gebrald werd.
Veel noren hebben ook de zeer onhebbelijke gewoonte om plompverloren te beginnen met het gespreksonderwerp aan de telefoon, dan heb je geen enkel aanknopingspunt als je nietsvermoedend de telefoon aanneemt. Pak je de telefoon op, word er gewoon een naam gezegd, dan willen ze die persoon spreken dus. Ik heb er een gewoonte van gemaakt om rustig te vragen met wie ik spreek, en de reden waarom er gebeld word, ik heb ondertussen de moed opgegeven om te denken dat ze er iets van leren, ze hebben toch zo hun eigen gewoontes.
Nog zo'n voorbeeld is de voor nederlanders bijna onfatsoenlijk overkomende gewoonte dat als er iets niet verstaan word, gewoon: "Hé???" te zeggen, maar dat is hier heel gewoon, net als heel informeel iedereen met de voornaam aanspreken, tot en met de directeur van het bedrijf, die zichzelf ook gewoon voorsteld met zijn voornaam.


Ook "kommune" = gemeente, beide woorden worden gebruikt, "herad" is iets ouderwetser.

Het aanleren van de taal ging eigenlijk heel snel, wel waren we in het begin erg moe in ons hoofd, het vergde veel van die "oude" hersens van ons, af en toe moesten we gewoon even "afkoppelen" om ons hoofd rust te geven.
We deden wel alles in het noors, zelfs het eerste jaar, toen we al een bouwkavel kochten in een andere gemeente, om daar door een noorse aannemer een nieuw huis te laten bouwen. Niet dat alles vloeiend ging, maar we konden ons redden.
Teun sprak 3 maanden enkel engels op school, en schakelde daarna in één keer over naar vloeiend noors, iemand die hem niet kent hoort geen enkel verschil of accent. Dat redden wij niet, ons accent zal altijd hoorbaar blijven.

 Het dorp Eidfjord in de verte.

                               Laaghangende bewolking in het Eidfjord.
                                       Simadal, naast Eidfjord.
                                                         Eidfjord.


                        Hotel Vøringfoss met daarvoor de cruiseboot kade.
                                                                 Simadal.
                                 De jachthaven, kijkend richting Hardangervidda.

                                      Zelfde plaats, uit een iets andere hoek.



De iets andere uitspraak en klemtoon zijn ondertussen ingesleten, we schakelen zonder nadenken heen en weer. Teun krijgt het overigens niet voor elkaar om tegen ons noors te spreken als we bv noren op bezoek hebben, "Dat gaat gewoon niet!" zegt hij dan.
Eerlijkheidshalve moet ik wel zeggen dat west-europeanen in het voordeel zijn, want noors behoort net als nederlands, duits en engels tot de germaanse taalfamilie, dus er zijn overeenkomsten, wat het voor ons iets makkelijker maakt.
Andersom geldt dat dan blijkbaar niet voor noren zelf, die weten allemaal nog van Ard Schenk en Kees Verkerk dat die zo snel noors leerden, dat nederlanders daar goed in waren. Maar, er werd iets afgedaan aan de complimenten, want veel woorden waren bijna gelijk, dus heel moeilijk kon het ook weer niet zijn. Mijn antwoord bracht lichte paniek op 's mans gezicht, want mijn conclusie was dat het dan omgekeerd voor noren ook wel gemakkelijk zou zijn om nederlands te leren! Nee, dat lag toch heel anders, volgens hem dan toch.
Namen zijn natuurlijk ook anders, en vaak wennen, Ingrid en Astrid zijn ook hier bekend maar worden op de "belgische" manier uitgesproken, voor ons niet heel vreemd. Klinkt fonetisch als: "Iengrie" en "Astrie". Mannennamen als Inge, Helge, Svein en Sveinung zijn wat vreemd voor nederlanders. Onze buurman heet Sveinung, wat door Ina in het begin consequent als "Schweinhund" werd uitgesproken, dat is toch iets anders. Ze heeft dat wel vaker, een Hymer camper  noemt ze ook steevast een "Himmler", ook een naam waarbij je misschien wel aan kamperen kunt denken, maar toch niet echt vakantie-achtig klinkt.
De letter "d" is in veel gevallen erg zacht, en hoor je soms niet, in bv "Eidfjord" valt de middelste d gewoon weg in de uitspraak, het klinkt dan fonetisch als: "Ei-fjoer". Het alfabet heeft 3 extra letters, æ, ø en å. De æ word ongeveer uitgesproken als in "Aerdenhout", de ø is hetzelfde als onze "eu" en de å klinkt ergens tussen "a" en "o" in. Verder word een v uitgesproken als w, en een o als oe.
Veel noren hebben heel veel moeite met de naam Teun, de klank eu kennen ze heel goed, alleen gebruiken ze zelf daar de letter ø. Dus Teun (Tøn) schrijven op z'n noors, en ze spreken het gelijk goed uit, anders kun je er echt geen "Teun" van maken. Dus ook "Europa" en "euro" klinkt wat vreemd als je dat hoort uitspreken door een noor.
Mijn  2de voornaam was ook hilarisch, Bart kennen ze wel, dat is het noorse woord voor "snor".
Ook hierop had ik gelijk antwoord, ik vroeg: "Snorre, dat is toch een gewone scandinavische naam?"
Het antwoord was bevestigend, wist ik al uiteraard, dus kon ik gelijk even vertellen dat "snorre" ons dialect woord was voor snor of in het noors "bart". Die persoon was ook weer vlug klaar met zich verkneukelen over mijn naam. Voluit heet ik Adriaan, roepnaam Adri, maar dat was te moeilijk voor de meesten, hier is het normaal om namen voluit te gebruiken ook dubbele voornamen. Op diverse officiele dingen zoals bankpas en creditcard sta ik nu vermeld als Adrian, in de noorse spelling, op het werk word zowel Adrian als gewoon Adri gebruikt. Maakt mij niks uit, ik reageer toch wel.
Collega's van Ina vonden het zonde dat ze niet haar volle namen gebruikte, want met zulke mooie voornamen en dan gewoon Ina genoemd worden, dat was eigenlijk "not done". Ina vond het zelf wat omslachtig om overal Catharina Paulina als voornaam op te geven, dus ze houd het gewoon bij "Ina" zoals ze gewend is.

Al met al voelen we ons hier prima op ons plek, als je wilt werken valt hier ondanks de hoge prijzen en belastingen, toch prima te leven.
En de schitterende omgeving is een extra bonus, alleen al 's morgens door ons raam naar het uitzicht kijken zorgt ervoor dat we ons bevoorrecht  voelen dat we hier mogen wonen!

Veel leesstof deze keer, tot een volgend bericht.

Groeten, Adri.